Nationale Raad Zwemveiligheid Heel Nederland zwemveilig

Praktijkvoorbeeld – Zwemvangnet Zwolle: door zwemles kunnen meedoen in de Nederlandse watercultuur

Nederland kent een unieke water- en zwemcultuur en een vrijwel sluitend netwerk van zwemonderwijs. Het halen van een zwemdiploma ‘hoort erbij’ in Nederland. De kans dat kinderen hun zwemdiploma’s behalen is echter niet voor alle kinderen in Nederland even groot. Kinderen van ouders met een laag inkomen hebben minder vaak een zwemdiploma, of alleen een A-diploma, dan kinderen van ouders met een hoger inkomen. De helft van de Nederlandse gemeenten heeft een eigen regeling om te stimuleren dat deze kinderen toch hun zwemdiploma’s halen. Zo ook de gemeente Zwolle. Ze onderstrepen het belang van de regeling niet alleen vanuit zwemveiligheid, maar ook om te kunnen meedoen (participeren) in de Nederlandse watercultuur.

Het ‘Zwemvangnet’ in Zwolle maakt het mogelijk dat kinderen van 5-12 jaar en 13–17 jaar uit huishoudens in de gemeente Zwolle met een lage sociaal economische status gratis zwemlessen kunnen volgen. Zo kunnen zij hun zwemdiploma A en B behalen. De lessen van het zwemvangnet worden verzorgd door Hogeschool Windesheim in het zwembad On Campus. Mandy van der Weijden-van Rooden, projectleider van het zwemvangnet bij Windesheim, vertelt dat Windesheim sinds 1 januari 2018 de zwemlessen verzorgt en dat hun aanpak goed functioneert: het ‘afzwempercentage’ is hoog en de uitval laag. Tijdens de zwemlessen wordt er naast zwemvaardigheid ook bewust aandacht geschonken aan andere punten als samenwerken, samenspelen, taligheid, omgang met lesgevers en ouders worden geadviseerd hoe om te gaan met de verschillende wateromgevingen in de stad.  Van der Weijden geeft aan dat ze dit heel bewust doen: “Een bredere aandacht voor zwemmen dan alleen vaardigheid is wat we deze kinderen aanbieden. Er is een groep in de regeling die niet de Nederlandse zwemcultuur heeft meegekregen omdat ze van oorsprong vanuit een ander land komen. We besteden hier aandacht aan bij alle kinderen in de regeling omdat in onze ogen leren zwemmen naast de vaardigheid ook gaat om leren hoe je met elkaar omgaat in het water, en hoe je omgaat met de begeleiders in en rondom het water.”

Dit vergt van de zwemonderwijzers meer pedagogische en didactische vaardigheden naast de vaardigheden die nodig zijn om iemand te leren zwemmen. Ook het contact en de communicatie met een deel van de ouders vormt een uitdaging, omdat niet alle ouders de Nederlandse taal (goed) machtig zijn. “Naast de uitdagingen die deze doelgroep heeft, wordt het werk dat je doet wel extra gewaardeerd en dat zie je. Zowel ouders als kinderen zijn erg blij dat er zoveel aandacht is voor het leren zwemmen, zowel vanuit veiligheid als dat ze mee kunnen doen met hun vriendjes en vriendinnetjes.”

Zie hier ook een korte video van interviews met vier ouders en hun kind(eren) uit het zwemvangnet in Zwolle.

Sinds het afschaffen van het schoolzwemmen in 1985 is het de verantwoordelijkheid van ouders dat hun kinderen leren zwemmen. Echter is het niet zo dat de Nederlandse overheid zwemvaardigheid niet stimuleert. Gemeenten bepalen zelf of en hoe ze dit vormgeven. Zij hebben de mogelijkheid om lokale regelingen op te zetten (vangnetregelingen of schoolzwemmen) of ze sluiten aan bij (bestaande) regelingen van Stichting Leergeld, Jeugdfonds Sport en Cultuur of Nationaal Fonds Kinderhulp.

Dit bericht is tot stand gekomen vanuit het kennisproject NL Zwemveilig.

Recente berichten

Meer Nieuws