Nationale Raad Zwemveiligheid Heel Nederland zwemveilig

Praktijkvoorbeeld: Alphense Reddingsbrigade geeft zwemles in de Zegerplas

De Alphense Reddingsbrigade organiseerde zwemlessen in de lokale Zegerplas. Leerlingen die normaliter in (relatief warm) zwembadwater les krijgen, ondervonden daarbij de verschillen met zwemmen in een (relatief koud) meer. Dit was niet alleen voor de jonge deelnemers leerzaam, ook hun ouders werden hierbij betrokken. Zij kregen met het oog op de zomervakantie levensbelangrijke tips voor veilig zwemmen met kinderen in open water.

De 5- tot 7-jarigen gingen te water onder begeleiding van lifeguards van de Alphense Reddingsbrigade. De meeste kinderen vonden het al snel ‘best spannend’, omdat zij de eigen voeten niet meer konden zien, de lagere temperatuur van het water en de oneffen bodem voelden, en in aanraking kwamen met plotselinge diepte. ,,In de vakantie gaat er natuurlijk gezwommen worden’’, vertelt Sander Zeilstra, één van de betrokken lifeguards. ,,Door deze les in de Zegerplas te geven, kunnen kinderen nieuwe ervaringen opdoen. Nu regent het een beetje; dat is al een verschil. En de bodem is anders dan in een zwembad; met zand bedekt, zo af en toe een steentje. Verder ontbreekt de blauwe kleur van het water. Het water van de Zegerplas is bruinig, ondoorzichtig en kouder.’’

Oefening
Na de eerste gewenning volgde een oefening: zes op de bodem liggende duikringen door middel van een aangeleerde zoektechniek boven water halen; een vaardigheid die ook echte lifeguards moeten beheersen. De jonge deelnemers leerden wat het verschil is tussen doorzichtig zwembadwater en het water van de Zegerplas.  Ze deelden hun ervaring met ouders en begeleiders, die ter gelegenheid van deze zwemles ook tips ontvingen. Bijvoorbeeld dat je kleine kinderen nooit uit het oog moet verliezen en dat je ze een 06-polsbandje om kunt doen, waarop zijn of haar naam en het nummer van een ouder of begeleider geschreven kan worden. Of dat je een kwallenbeet het best met zout water spoelt en indien nodig naar een EHBO-post gaat.

Vragen
Er was ruimte voor interactie, op basis van vragen. Hoever ga je met een kind het water in? Moet je kleine kinderen nou juist wel of niet met vleugeltjes laten zwemmen? Zeilstra: ,,We hebben overal antwoord op gegeven. Zo leg ik graag uit aan ouders van kinderen die in het zwembad makkelijk tot nekdiepte het water ingaan, dat je in de zee niet verder dan het middel van je kind moet gaan. Golfslag kan er namelijk voor zorgen dat je omvergegooid wordt. En als het opeens dieper wordt, heb je geen bodem meer onder je voeten. In het algemeen ga je zwemmen waar je ook kan staan als je dat wilt of als dat moet. Een kind met zwemvleugeltjes om kan bij aflandige wind snel afdrijven. Dat geldt overigens ook voor zwembandjes of andere drijfmiddelen. Maar kinderen die nog niet zelf kunnen zwemmen, laat je natuurlijk niet alleen de zee of een meer in gaan. Alle tips en antwoorden staan in het teken van zwemveiligheid.’’

Dit bericht is tot stand gekomen vanuit het kennisproject NL Zwemveilig.

Recente berichten

Meer Nieuws