Nationale Raad Zwemveiligheid Heel Nederland zwemveilig

Kinderartsen slaan alarm over verdrinkingen onder kinderen

Door COVID-19-maatregelen nóg meer alertheid nodig


Vanuit het Nationaal Plan Zwemveiligheid wordt gewerkt aan het reduceren van het aantal verdrinkingen in Nederland. Verdrinking blijft een belangrijke oorzaak van overlijden van kinderen. Het aantal kinderen dat overlijdt na verdrinking wordt jaarlijks geregistreerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Tot nu toe was echter onbekend hoeveel kinderen in Nederland jaarlijks ‘verdrinken’ zonder dodelijke afloop, de zogenaamde bijna-verdrinking. Kinderartsen van het Amsterdam UMC en het UMC Groningen hebben verzamelde data van alle Nederlandse ziekenhuizen onderzocht. Joke Kieboom, kinderarts-intensivist van het Beatrix Kinderziekenhuis, UMC Groningen: “Hierdoor is nu voor het eerst een beeld van het aantal bijna-verdrinkingen bij kinderen. We zien dat het aantal verdrinkingen onder kinderen de afgelopen tien jaar niet afneemt, terwijl de decennia daarvoor wel sprake was van een dalende lijn. Door de COVID-19-maatregelen vrezen we dat meer kinderen deze zomer risico lopen op verdrinking.”

In de afgelopen tien jaar vonden in Nederland jaarlijks gemiddeld 78 verdrinkingen – met en zonder dodelijke afloop – van kinderen plaats. De data laten geen afname zien, zowel niet in het totaal aantal verdrinkingen als in het aantal overlijdens als gevolg van verdrinking. Eén op de zes kinderen die hulp nodig heeft na een verdrinkingsongeval overlijdt aan de gevolgen hiervan. Bijna één op de drie kinderen komt na verdrinking terecht op de kinder intensive care. Meer dan de helft van de kinderen die overlijdt na verdrinking, overlijdt vóór aankomst in het ziekenhuis of op de afdeling spoedeisende hulp, omdat de reanimatie niet succesvol was.

Driekwart van de kinderen die een verdrinking doormaakt is tussen 0 en 5 jaar oud. Nagenoeg 90% is tussen 0 en 10 jaar oud. Juist in de groep van 0 tot 10 jaar worden vaker bijna-verdrinkingen gerapporteerd dan bij volwassenen. Kieboom: “Het is wrang om te zeggen, maar wij kunnen de kinderen die na een bijna-verdrinking op de intensive care terechtkomen dikwijls niet meer beter maken, omdat de hersenen al te ernstig zijn beschadigd door het langdurige zuurstofgebrek. Sommige kinderen die uiteindelijk overleven, houden blijvend hersenletsel over”. Caroline Hartdorff, kinderarts-intensivist van het Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam UMC, geeft aan dat preventie het enige is dat helpt. “Wij roepen ouders met klem op om ervoor te zorgen dat hun kind leert zwemmen en de zwemvaardigheid regelmatig onderhoudt. En houd kinderen die nog niet kunnen zwemmen extra goed in de gaten. Ook vragen wij deze zomer extra aandacht voor kinderen van 5 tot 7 jaar. Door de COVID-19-maatregelen hebben zij mogelijk een achterstand in zwemles en in zwemveiligheid opgelopen. Ouders, let dus extra goed op deze zomer!”

Doel van het Nationaal Plan Zwemveiligheid, waarin de Nationale Raad Zwemveiligheid nauw samenwerkt met Reddingsbrigade Nederland en VeiligheidNL, is dat iedereen veilig opgroeit en meedoet in ‘Nederland waterland’ door ervoor te zorgen dat inwoners zwemvaardiger worden, door zwemomgevingen veiliger te maken en door inwoners bewuster te maken van risico’s op verdrinking. “De uitkomsten van het onderzoek van de kinderartsen onderstrepen het belang van een gezamenlijke aanpak van de zwemveiligheid. We zetten ons in om het leed dat verdrinking jaarlijks veroorzaakt zoveel mogelijk te voorkomen”, aldus Titus Visser, directeur Nationale Raad Zwemveiligheid.

Download hier het persbericht:

Recente berichten

Meer Nieuws