Nationale Raad Zwemveiligheid Heel Nederland zwemveilig

Praktijkvoorbeeld: leren zwemmen voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis

Zwemmen is leuk maar leren zwemmen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Voor een kind met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) brengt het vaak extra uitdagingen met zich mee. Wij spraken met Kitty Loduvica Hiert van Super Family over de zwemlesmethode die zij ontwikkeld hebben voor kinderen met TOS.

De betekenis van TOS

TOS staat voor een taalontwikkelingsstoornis. Het is een neurologische stoornis waarbij taal en prikkels anders worden verwerkt. Als kinderen 1,5 tot 2 jaar zijn brabbelen zij vaak. Bij kinderen met TOS komen er geen nieuwe woorden bij. De kinderen hebben woordvindproblemen en maken geen volledige zinnen. TOS wordt nog wel eens verward met dyslexie, doordat het allebei taalstoornissen zijn. TOS uit zich voornamelijk in de mondelinge taal, terwijl dyslexie betrekking heeft op de schriftelijke taal. Kinderen met TOS zijn vaak slimme kinderen, die moeite hebben met praten en niet begrijpen wat een ander zegt. TOS is een onzichtbare ontwikkelingsstoornis, en het zal nooit helemaal overgaan, maar kinderen met TOS zijn wel leerbaar. De juiste begeleiding kan helpen bij de taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en sociaal emotionele ontwikkeling. Door te zorgen dat een kind lekker in zijn of haar vel zit, leert het makkelijker.

Ongeveer 1 op de 20 kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis. In Nederland gaat het om zo’n 266.000 personen, dit is circa 5 tot 7% van de bevolking. Op dit moment is er nog weinig informatie beschikbaar en kunnen veel vragen van ouders nog niet beantwoord worden. Super Family heeft de missie ervoor te zorgen dat kinderen met TOS de juiste begeleiding krijgen. Met de zelf ontwikkelde zwemlesmethode willen zij de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van de kinderen, ouders en andere betrokkenen vergroten. Daarnaast is hun doel kennis van TOS te vergroten, waardoor er minder onbegrip en frustratie is.

Zwemles voor kinderen met TOS

Leren zwemmen in ons waterrijke Nederland moet voor ieder kind mogelijk zijn, ook voor kinderen met TOS. Ieder kind is anders en heeft andere behoeften. Een kind met TOS heeft vaak veel baat bij herhaling, weinig afleiding en heeft soms net wat meer tijd nodig dan andere kinderen. Het kiezen en aanbieden van de juiste zwemlesmethode is voor een kind met TOS extra belangrijk, zo worden de zwemlessen leuk en heeft het kind ook binnen afzienbare tijd een zwemdiploma.

Duur van de zwemles en groepsgrootte

Kitty van Super Family legt uit dat kinderen met TOS een korte spanningsboog hebben, en dat een les van 30 of 45 minuten toch wat kort kan zijn. “Deze kinderen hebben vaak meer tijd nodig om te automatiseren.  Je kunt de spanningsboog opbreken door tussendoor bijvoorbeeld even een spel te doen of ze op competitief vlak uit te dagen. Kinderen met TOS zijn vaak introvert, waardoor ze niet opvallen in een groep. Zorg bij voorkeur voor kleine lesgroepen, bijvoorbeeld een groepsgrootte van maximaal 6 kinderen.” aldus Kitty Loduvica Hiert.

Geef visuele voorbeelden ter ondersteuning

Volgens Kitty kan een kind met TOS vaak heel goed gedrag kopiëren. Kitty zegt daarover het volgende: “Voor een kind is visuele ondersteuning heel belangrijk. Dit kan je doen door bijvoorbeeld zwemstuurkaarten in te zetten of als een kind reguliere zwemlessen volgt kan het helpen om het kind te koppelen aan een kind dat het goed kan. Hierdoor zul je veelal zien dat het kind met TOS de oefeningen en techniek van het andere kind overneemt.”

Daag de kinderen uit in het water

Kinderen met TOS zij heel gevoelig en ze hechten zich, net als ieder ander kind, aan de zwemonderwijzer. Deze doelgroep vindt het volgens Kitty fijn als de zwemonderwijzer in het water is, dat geeft vertrouwen en zorgt ervoor dat de zwemonderwijzer gerichter kan sturen wanneer dat nodig is. “Veel kinderen met TOS hebben er geen moeite mee dat ze aangeraakt worden, hierdoor ontwikkelen ze zich vaak sneller”, zegt Kitty “Kinderen die ook een vorm van autisme hebben, vinden aanraking wel vaak lastig. Vraag daarom van tevoren altijd of het kind aangeraakt mag worden.”

Wees duidelijk en laat kinderen wennen

“Kinderen met TOS zijn vaak gemakkelijk in omgang, maar zorg wel dat je duidelijk bent en ze eerst laat wennen”, vervolgt Kitty. “Pas op met te streng te zijn en zorg ervoor dat je niet te veel instructies tegelijk geeft. Het kan best zo zijn dat een opdracht even niet lukt, geef dan aan wat wel goed ging. Wees geduldig, zo voorkom je dat het kind dicht klapt.”

Kitty benadrukt dat je je als zwemonderwijzer moet beseffen dat zwemmen belangrijk is voor de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen. Kitty vervolgt: “Deze kinderen maken soms moeilijk contact en met het zwemmen kunnen ze vriendjes en vriendinnetjes maken. Als je een veilige omgeving creëert voor een kind met TOS zien ze het zwemmen niet als moeten, maar komen ze graag naar de zwemles en zien ze het als een uitje.”

Betrek ouders bij de zwemles

Soms is het volgens Kitty lastig verbaal met deze kinderen te communiceren en begrijp je niet goed wat het kind zegt. “Ouders weten het vaak wel en kunnen je uitleggen wat het kind je duidelijk wil maken”, geeft Kitty aan. Tot slot heeft Kitty Loduvica Hiert nog een belangrijke tip: “Betrek ouders bij de les. Laat de ouders bij de zwemles kijken of meedoen in het water op bijvoorbeeld speciale ‘samenzwem’ momenten of bij ernstige angsten of miscommunicatie. Een kind met TOS doet veelal heel letterlijk wat je zegt, wees je daar bewust van en laat een ouder ondersteuning geven en stimuleren bij het creëren van een veilige zwemlesomgeving.”

Verschil met reguliere zwemlessen

“Juist in de reguliere lessen vallen kinderen met TOS soms niet op vanwege hun stillere karakter. Je kunt het herkennen aan dat ze soms andere dingen doen dan wat jij uitgelegd hebt, of dat ze niet lijken op te letten”, aldus Kitty. “Dat zijn momenten dat de instructie voor het kind te talig was. Vraag gerust uit of het kind weet wat het moet doen en laat het kind niet als eerste starten. Kinderen met TOS hebben veel aan voorbeelden van andere kinderen, dus het koppelen met een kind dat al verder is, kan motiverend werken. Ook is het fijn als de zwemonderwijzer in het water staat en ad hoc het kind kan begeleiden wanneer het niet gaat zoals het zou moeten.”

Dit praktijkvoorbeeld sluit aan bij de pijler ‘Leren en blijven zwemmen’ van het Nationaal Plan Zwemveiligheid en is geschreven in samenwerking met Super Family. Wil jij meer weten over het geven van zwemlessen aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis? Lees hier meer over de Praktijkdag Zwemonderwijs op 9 december, waar Kitty Loduvica Hiert van Super Family een workshop geeft.

Recente berichten

Meer Nieuws