Om een beter zicht te krijgen op de perceptie en achtergronden van ouders van kinderen van 4 tot en met 12 jaar over zwemlessen, deelname aan zwemactiviteiten en zwemveiligheid is vanuit het Nationaal Plan Zwemveiligheid in samenwerking met de KNZB medio 2021 een onderzoek uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek willen de betrokken organisaties tot maatregelen komen om kinderen te stimuleren vaker mee te doen aan zwemactiviteiten. Hiermee wordt niet alleen bijgedragen aan hun zwemvaardigheid maar ook aan hun gezondheid en sociale ontwikkeling.

Deel 1: Zwemles en zwemveiligheid

Uit het onderzoek blijkt dat de Nationale Norm Zwemveiligheid nog niet bij iedereen bekend is en dat de meerderheid van de respondenten niet weet dat pas bij het traject voor Zwemdiploma C wordt opgeleid tot veilig zwemmen in open water.

Tevens geeft het onderzoek inzicht in de redenen die ouders hebben om na het behalen van het A of het B diploma met de zwemlessen voor hun kinderen te stoppen. Daarnaast is hen gevraagd wat zij als positieve en minder positieve kanten van de zwemles ervaren. Op basis van deze inzichten kan gewerkt worden aan het imago van de zwemlessen en de bekendheid en het behalen van de Nationale Norm Zwemveiligheid.

Zwemonderwijs geven is in Nederland niet middels een wet gereguleerd. In Nederland mag iedereen zwemlessen aanbieden en een zwemdiploma uitgeven. 80% van de ouders is niet bekend met het feit dat er in Nederland geen specifieke wetten of regels van de overheid zijn betreffende zwemonderwijs. Bijna 90% is van mening dat de overheid moet controleren of een zwemlesaanbieder voldoet aan minimale eisen wat betreft kwaliteit van zwemlessen.

Deel 2: Blijven zwemmen

Om te blijven zwemmen na de zwemles blijkt uit het onderzoek dat een veelzijdig beweegaanbod als zeer belangrijk wordt ervaren. Ook dienen oefeningen op een speelse manier aangeboden te worden. Plezier is de meest bepalende factor om te kiezen tussen sportdeelname en stoppen. Het is cruciaal dat er tijdens de zwemlesfase aandacht is om doorstroom te bevorderen. Om intrinsieke motivatie en sportdeelname te verbeteren is het belangrijk dat kinderen het gevoel van competentie, autonomie en verbondenheid ervaren.

Klik hier om het onderzoeksverslag te bekijken.