Nationale Raad Zwemveiligheid Heel Nederland zwemveilig

Blog: ‘Maatwerk’ als mogelijkheid voor eenduidige zwemdiploma’s

Door: Titeke Postma*

In de discussie over de verschillende zwemdiploma’s in Nederland wordt regelmatig aangegeven dat het ene diploma leuker is dan het andere. Het gaat dan vooral over de manier waarop wordt getoetst. De examenprogramma’s van het Zwem-ABC bestaan uit standaardproeven waarin de vaardigheden worden getoond. Er zijn ook zwemdiploma’s waarin voor de toetsing een bootje wordt gebruik of waarin praktijksituaties worden beschreven. In het blog ‘Is het inderdaad zo slecht gesteld met de kwaliteit van het zwemonderwijs?’ schreef ik dat wanneer je kijkt naar de vaardigheden die je moet beheersen bij het behalen van de verschillende zwemdiploma’s in Nederland, je vooral overeenkomsten ziet. Het lijkt me daarom dat een eenduidig zwemdiploma qua toetsinhoud niet zo ingewikkeld hoeft te zijn. De optie ‘maatwerk’ die in de examenregeling van de Nationale Zwemdiploma’s wordt beschreven is daarvoor een hele goede oplossing. Hoe werkt dat precies?

Overzicht van vaardigheden

Op basis van internationaal onderzoek (Stallman et al, 2017) is een lijst met vaardigheden opgesteld die nodig zijn om jezelf te redden. Die vaardigheden zijn de basis van de nieuwste Nationale A-, B- en C-diploma’s (2018). In de examenregeling voor de Nationale Zwemdiploma’s wordt aan de hand van verschillende proeven beschreven hoe je die vaardigheden kunt toetsen. Dit is het standaardprogramma. De proeven zijn voornamelijk gericht op het tonen van de vaardigheden. Er is nauwelijks sprake van toepassing van de vaardigheden in bepaalde situaties of omstandigheden. De organisatie wordt meestal klassikaal gedaan.

Manier van toetsen

Je zou kunnen zeggen dat de manier van toetsing met het standaardprogramma een beetje ‘ouderwets’ is. Wanneer je modern zwemonderwijs verzorgd, wil je dat misschien ook in de toetsing terug laten komen. Als je kinderen in de zwemlessen veel zelfstandig laat werken, lijkt het logisch om dat ook tijdens het diplomazwemmen zo te organiseren. Als je in de zwemlessen veel met materialen of speelse- of impliciete opdrachten werkt, wil je dat ook tijdens het diplomazwemmen doen. En als je waarde hecht aan wedstrijdzwemmen of techniek, wil je dat ook tijdens het toetsen laten terugkomen. Maatwerk geeft je daarvoor de gelegenheid.

Maatwerk

Alle vaardigheden die worden getoetst in de standaardprogramma ’s voor het A, B en C-diploma zijn ook allemaal apart beschreven in de examenregeling. Zie de vaardigheden als legoblokjes. Met de verschillende legoblokjes kun je ‘van alles’ bouwen. Je kunt er dus nieuwe, andere proeven mee maken. In principe is dan alles goed, als je er maar voor zorgt dat je alle blokjes (vaardigheden) gebruikt. En als er maar niks wordt veranderd aan de ‘kleur of vorm’ van het blokje: kinderen moeten de vaardigheden volgens de voorgeschreven normering uitvoeren. Ook het doel van de vaardigheid blijft van belang.

Maatwerk maakt het mogelijk om:

  • Een proef uit het standaard examenprogramma in te wisselen voor een nieuwe proef met dezelfde vaardigheden;
  • Vaardigheden op een andere manier te combineren dan in de standaardproeven wordt gedaan;
  • Proeven samen te stellen die kunnen worden uitgevoerd in een specifiek deel van het zwembad (stroming of golfslagbad);
  • Proeven te maken waarin het doelgerichte gebruik van vaardigheden voorop staat (oriënteren na te water gaan van een bootje, de glijbaan of drijven in golfslagbad).

Situaties nabootsen

In de zwemles wil je kinderen zoveel mogelijk voorbereiden op omstandigheden die ze tegen kunnen komen als ze gaan zwemmen of per ongeluk in het water vallen. Dit kun je doen door die omstandigheden zoveel mogelijk na te bootsen in de zwemles. Het is  ook mogelijk dit te gebruiken tijdens het diplomazwemmen.

  • Laat kinderen uit een bootje in het water gaan.
  • Laat ze bepaalde vaardigheden uitvoeren in de stroomversnelling of de golven in het zwembad.
  • Laat kinderen in plaats van vier banen netjes heen en weer, door elkaar zwemmen. Zodat ze laten zien dat ze zich niet van de wijs laten brengen door andere zwemmers of de golven die de zwemmers in de drukte maken.
Bootje en de stroomversnelling
Kinderen klimmen in het water in de boot. Op teken vallen ze eruit en gaan 15 seconden op de rug drijven. Daarna komen ze op de kant en gaan verder met het onderdeel de stroomversnelling.
Hier gaan de kinderen via het touw naar de overkant. Op de kant klimmen en achter de brug weer in het water springen. Vervolgens rondje door de stroomversnelling zwemmen waarbij ze onderweg over een mat moeten klimmen.
De essentie van de mat in de stroomversnelling is dat de kinderen zich in de stroomversnelling zo vertrouwd voelen dat ze op een obstakel in de stroming goed kunnen anticiperen.  

(uit een aangevraagd en goedgekeurd maatwerkprogramma)

Vaardigheden toepassen

Je kunt watertrappen als vaardigheid toetsen door kinderen 60 seconden te laten watertrappen. Je kunt de kinderen ook 60 seconden of langer een bal naar elkaar laten overgooien. Daar is het watertrappen voor nodig. Je gebruikt daarbij ook de essentie (het doel) van de vaardigheid: goed oriënteren en om je heen kijken.

Je kunt kinderen onder water laten kijken, een afstand laten overbruggen en laten oriënteren. Dat kun je betekenisvoller maken door ze iets uit schatkistjes te laten halen of een klein balletje onder een pion te laten leggen. En ze tegelijkertijd onder water iets van de ene naar de andere plaats te laten brengen.

Je kunt de technische vaardigheid enkelvoudige rugslag en schoolslag toetsen in combinatie met conditiezwemmen door kinderen vier banen (100 meter) of meer (bij het B- en C-diploma) te laten zwemmen. Je kunt techniek en conditie ook apart toetsen. Bijvoorbeeld door ze ‘zo mooi’ mogelijk 25 meter van beide slagen te laten zwemmen. En daarnaast nog 100 meter of 5 minuten te laten zwemmen.

Conditiezwemmen op muziek
Als de muziek start: in het water springen.
5 minuten zwemmen, door elkaar zonder de kant te raken of te stoppen.  

Conditie zwemmen en techniek
Groep start aan de achterkant van het zwembad. Kinderen staan langs één lange kant van het zwembad. Aan beide kanten liggen mandjes welke bevestigd zijn aan de bodem. Aan de overkant liggen gekleurde balletjes in de mandjes. Haal steeds 1 balletje tegelijk op. Je zwemt op de buik heen en op de rug terug. Je blijft zwemmen totdat de vastgestelde tijd hiervoor voorbij is. De gehele tijd moet de techniek van de schoolslag en de enkelvoudige rugslag correct uitgevoerd worden. Er wordt de hele tijd gezwommen, er mag niet aan de manden of de kant gehangen worden.  

(uit een aangevraagd en goedgekeurd maatwerkprogramma)

Maatwerk als kans voor eenduidigheid

Maatwerk geeft vrijheid voor de manier waarop je de vaardigheden die je met elkaar hebt afgesproken wilt toetsen. Door het maatwerk hoeft er geen belemmering te zijn om je eigenheid te behouden. Het geeft je de gelegenheid om de ‘kwaliteit die mag’ ook bij het diplomazwemmen terug te laten komen.

Voorbeelden van maatwerk dat is aangevraagd door zwembaden en goedgekeurd, zijn te vinden in de webwinkel van de NRZ. Ik denk dat meerdere ‘andere zwemdiploma’s’ in Nederland, met misschien hier en daar een paar kleine aanpassingen, prima passen binnen het maatwerk. Dát hoeft geen belemmering te zijn om met elkaar tot eenduidigheid te komen!

*Vanuit haar bedrijf Propulz.tP begeleidt Titeke Postma kleine en grote organisaties in het verder verbeteren van de kwaliteit van het zwemlesproduct. Ze inspireert en vernieuwt om verandering in gang te zetten. Ze zet je op een originele, creatieve en eigenzinnige manier aan het denken over het leuk(er) maken van bewegen. Zodat bewegers ‘in beweging komen’, met plezier bewegen en daarom niet afhaken maar blijven bewegen. Voor de Nationale Raad Zwemveiligheid schrijft Titeke over diverse aspecten van zwemveiligheid.

Noot van de redactie:
Wil je meer weten of maatwerk? Neem dan contact op met je regioadviseur.

Recente berichten

Meer Nieuws