Jaarlijks verdrinken er wereldwijd 372.000 mensen. Kinderen zijn één van de grootste risicogroepen. Zwemles is belangrijk om verdrinking te voorkomen. In Nederland is het gebruikelijk dat kinderen op 4 of 5-jarige leeftijd op zwemles gaan, maar niet overal in de wereld is zwemonderwijs beschikbaar. Zo ook op het Indonesische eiland Ambon niet. Deze plek is omringd door water. Er wonen 430.000 mensen en is maar één zwemleraar. Op Ambon komen veel kinderen en volwassenen om het leven door verdrinking.

Het grootste deel van de bevolking kan zichzelf niet redden als ze onverwacht in het water terecht komen. De Nederlandse Dutch Don’t Drown Foundation (DDDF) is daarom dit jaar in samenwerking met Hogeschool Windesheim en de lokale partijen (Stichting Sekolad Sepak Bola Belanda en de Universiteit van Pattimura) op Ambon een waterveiligheidsprogramma gestart. Het doel is om kennis over waterveiligheid over te brengen, waardoor kinderen (en mogelijk in de toekomst ook volwassenen) zichzelf leren redden in lokale omstandigheden. Bij dit waterveiligheidsprogramma wordt gebruik gemaakt van een door DDDF in samenwerking met CALO Windesheim ontwikkelde opleidingsmethode met gebruik van de Fibby. De Fibby is een zwemhulpmiddel dat jonge kinderen in staat stelt om de beginselen van waterveiligheid eigen te maken.

De missie van de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) is verdrinking voorkomen. Daarom ondersteunt de NRZ met behulp van het Nationaal Plan Zwemveiligheid het waterveiligheidsprogramma in Indonesië. Dit project initieert niet alleen waterveiligheidslessen maar leidt ook zwemonderwijzers op en dient als opstap voor soortgelijke programma’s wereldwijd later dit jaar.

Als je dit project wilt steunen of als je meer informatie wilt kun je contact opnemen met Dutch Don’t Drown Foundation.