Waar zijn de regels voor de zwemlesaanbieders?
Iedereen mag zwemles geven. Voor de veiligheid van hun kinderen zijn ouders, sinds het schoolzwemmen is verdwenen, dus aangewezen op hun eigen inschattingsvermogen. Dat moet anders, stelt Titus Visser.
Ook dit zomerseizoen gaan wij in Nederland weer massaal het water in. Helaas is een zwemdiploma geen garantie voor voldoende zwemvaardigheid. Voor zwemlesaanbieders bestaan er in Nederland geen wettelijke regels. Ouders moeten goed opletten dat hun kind een serieuze zwemopleiding krijgt.
In waterrijk Nederland zou je verwachten dat het zwemonderwijs goed is geregeld. Maar goede zwemles is geen vanzelfsprekendheid. Sinds het schoolzwemmen vrijwel overal is afgeschaft, zijn ouders aangewezen op hun eigen inschattingsvermogen. Om een zwemschool te beginnen, hoef je zelf niet eens een zwemdiploma te hebben.
Goed kunnen zwemmen betekent meer dan een paar baantjes kunnen trekken. In het zwembad heb je te maken met een gecontroleerde omgeving, aangename watertemperatuur en een overzichtelijke afstand naar de kant. Anders is het bijvoorbeeld als iemand de plaatselijke recreatieplas willen oversteken. Dat is lastiger dan je denkt, het blijkt verder en het water is koud waardoor je spieren verstijven. Goede zwemles krijgen is een belangrijke basis om daarop voorbereid te zijn.
In het verleden heeft de overheid wel erkend dat het belangrijk is om te komen tot één centraal uitgegeven nationaal zwemdiploma. Tegenwoordig heet dit het Zwem-ABC. Alleen zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen met een Licentie Nationale Zwemdiploma’s mogen het uitgeven. De Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) controleert of het diplomazwemmen verloopt volgens de normen en of de zwemlesaanbieder voldoet aan de in samenspraak met de zwembranche opgestelde kwaliteitseisen. Zo moeten zweminstructeurs minimaal een MBO-3 niveau hebben met voldoende aantoonbaar zwemonderwijs. Circa 70 procent van de zwemlesaanbieders in Nederland conformeert zich aan deze normen. Maar het is voor ouders niet altijd duidelijk of een zwemschool is aangesloten bij de NRZ. Zo kan het voorkomen dat een zwemschool onvoldoende opgeleid personeel heeft, onvoldoende aandacht besteedt aan veiligheid en integriteit en kinderen laat afzwemmen in het badje van de plaatselijke sauna. Iedereen kan heen papiertje dat lijkt op het Zwem-ABC uitprinten. Het is lastig om het kaf van het koren te scheiden. Zo bestaat er schijnveiligheid: je verwacht dat een kind in professionele handen is, maar het is niet vanzelfsprekend dat de zwemlesaanbieder aan de nodige basiskwaliteitseisen voldoet. Hoe anders is het geregeld in de kinderopvang. Wie een opvanglocatie wil starten, moet een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben, voldoen aan wettelijke vergunningseisen, beschikken over veilige en schone binnen- en buitenruimtes en materialen, gediplomeerd personeel en aangemeld zijn bij de Geschillencommissie Kinderopvang. Waarom is het daar wel goed geregeld, maar laten we zoiets belangrijks als zwemonderwijs over aan de vrije markt?
Het zou goed zijn als de wetgever met een eenduidige set van regels voor zwemlesaanbieders komt. Tot die tijd is mijn oproep aan ouders: kijk goed waar je kinderen zwemles hebben, want dit is geen garantie dat ze het hoofd boven water kunnen houden.
Titus Visser is directeur van de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ)
Dit opiniestuk is gepubliceerd in het Algemeen Dagblad, datum: zaterdag 5 augustus 2023.