Nationale Raad Zwemveiligheid Heel Nederland zwemveilig

Verzamelbrief Tweede Kamer inzake zwemvaardigheid en zwemveiligheid

Op 19 april jl. heeft minister voor Langdurige Zorg en sport, Conny Helder, een verzamelbrief met betrekking tot de thematiek in het dossier zwemvaardigheid en zwemveiligheid naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief licht zij toe hoe ze vanuit beleidsoogpunt met dit thema omgaat, zodat zoveel mogelijk Nederlanders van het Nederlandse zwemwater kunnen blijven genieten.

De minister gaat in de brief onder andere in op het belang van zwemmen en zwemveiligheid in ons waterrijke land, het huidige beleid, diplomabezit en de kwaliteit van zwemles, diplomabezit van kwetsbare groepen, schoolzwemmen, het tekort aan zwemleraren, financiering strandbewaking en de stijging van de energiekosten van zwembaden.

Beleid en kwaliteit zwemles

De ondersteuning van het Nationaal Plan Zwemveiligheid van de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) wordt als belangrijk onderdeel benoemd binnen het huidige beleid.

Minister Helder gaat in haar kamerbrief ook in op de kwaliteitsborging van het zwemonderwijs in Nederland. Sinds het afschaffen van schoolzwemmen in 1985 worden door de Rijksoverheid geen eisen gesteld aan het zwemdiploma of de zwemlesaanbieder. De minister geeft aan dat sinds deze afschaffing de mogelijkheid is ingesteld om een Nationaal Zwemdiploma te halen bij een van de Licentiehouders Nationale Zwemdiploma’s van de NRZ.

De minister: ‘Volgend op de motie Van Nispen en Rudmer Heerema (SP/VVD) op 2 december 2021 heb ik de NRZ gevraagd om in kaart te brengen wat volgens hen nodig is om de kwaliteit van zwemonderwijs in Nederland te garanderen voor de toekomst. De eerste resultaten van deze brede branche-consultatie verwacht ik medio 2022. Parallel aan deze uitvraag heeft de kwaliteit van zwemles een plek in de verdiepingsslag van de sportwet.’

Titus Visser, directeur NRZ, over het verzoek van het ministerie van VWS en de wijze waarop hier invulling aan gegeven zal worden: ‘In het belang van álle partijen binnen onze branche hechten wij aan een zorgvuldig en transparant proces waarin wij samen trachten tot een breed gedragen beeld te komen van de voor- en nadelen van de diverse wijzen waarop de gewenste kwaliteitsborging van het zwemonderwijs in Nederland gestalte zou kunnen krijgen. Als eerste stap zullen wij binnen een paar weken een ronde tafel bijeenkomst organiseren, waarvoor wij alle betrokken organisaties zullen uitnodigen.’

Kwetsbare doelgroepen en schoolzwemmen

Als het gaat om de kwetsbare groepen geeft minister Helder aan dat ze voornemens is 500.000 euro extra aan het Jeugdfonds Sport en Cultuur toe te kennen, speciaal gericht op uitbreiding van de mogelijkheden van zwemles voor ouders met een kleine beurs. Naast deze aanvulling is ze in overleg met de NRZ, Special Heroes en Jeugdfonds Sport en Cultuur over de wijze waarop meer kinderen met een beperking zwemvaardig kunnen worden.

Over schoolzwemmen zegt Van Helder onder andere: ‘Op dit moment ben ik met de collega van OCW aan het verkennen of we gemeenten kunnen stimuleren om zwemles onderdeel te laten zijn van het aanbod van Rijke Schooldag.’

Slotwoorden van de minister

‘Zwemvaardigheid blijft de verantwoordelijkheid van de ouders maar ik ga mij inzetten om ieder kind in de basisschoolleeftijd in Nederland in aanraking te laten komen met zwemles. Daarmee is zwemles onderdeel van het sportstimuleringsbeleid en bevorderen we kansengelijkheid voor de kinderen die een grotere afstand tot zwemles ervaren. Waar mogelijk ondersteun ik de branche bij eventuele drempels die ouders en kinderen ervaren om na kennismaking zwemles te blijven volgen. Op deze wijze dragen overheid, de zwembranche en ouders samen bij aan een zwemvaardige generatie.’

Meer weten?

Klik hier om de volledige brief te lezen.

Recente berichten

Meer Nieuws